“Zwijnen” gaat over twee pubers die opgroeien naar volwassenheid. Die leven in een marginale wereld en trachten te ontsnappen aan de grijsheid en leegheid van hun bestaan. Die op zoek gaan naar antwoorden over hun leven. Zwijnen is ontroerend, soms hard en vaak poëtisch. Disco Pigs is het wrede en tedere verhaal van twee piepjonge mensen van ZEUG en ZWIJN, in een grauwe stad, niet groot maar drekkig. Steeds opnieuw vertellen ze het verhaal van de twee vette wijven, hun mama’s die precies tegelijk hun kind op de wereld zetten in hetzelfde ziekenhuis in Zwijn City. Het zijn Danny en Cindy, of Zwijn en Zeug. Dat is het begin van een lovestory op leven en dood. De twee kleine prutskes uit het uitzichtloze Zwijn City willen ontstijgen aan het zwart en het pisserige grijs dat hen omgeeft, willen dansen, willen iets anders, zelfs maar voor een half uur, willen zuipen, willen fun fun fun, willen heersen. Met hun dromen en verhaaltjes over koning Zwijn en Koningin Zeug, hun hippe kindertaaltje, hun dansjes en hun strooptochten bouwen ze hun koninklijke kooi, waarin ze elkaar en zichzelf gevangen houden. Nietsontziend kwetsen ze alles en iedereen, trappen wild om zich heen en bouwen zo hun wereld-in-de-wereld. Ook elkaar ontzien ze niet. Het is een kwetsen en koesteren tot aan hun grenzen en verder. De barsten die zich vertonen in de muren van hun bolwerk worden wanhopig gedicht, maar hun sprookje van feestelijk geweld en kinderlijke heroïek dreigt te stranden in onmacht.